Wat wij geloven
1. Dat de Bijbel, zoals oorspronkelijk gegeven, het geïnspireerde en onfeilbare Woord van God is, met het hoogste gezag in alle zaken van geloof en leven; niets zal hieraan toegevoegd of daaruit weggelaten worden.
​
2. Dat God eeuwig bestaat in drie Personen: de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Deze drie zijn één.
​
3. In de Vader, de Schepper van al wat geschapen is.
​
4. In de Zoon, Jezus Christus, de eniggeboren Zoon van God, het vleesgeworden Woord door wie alles geworden is (Kol. 1:15-16).
4.1. Hij is de Redder der wereld. Allen hebben gezondigd en missen daardoor de heerlijkheid van God. Allen die in Hem geloven, worden gered van straf en de macht van de zonde door de dood en de opstanding van Christus.
4.2. Hij is de Doper in de Heilige Geest.

4.3. Hij is de Geneesheer naar lichaam, ziel en geest. Onder handoplegging en/of zalving met olie kan voor zieken gebeden worden. Gebondenen en bezetenen maakt Hij vrij.

4.4. Hij is de komende Koning die persoonlijk zal wederkomen om zijn gemeente tot Zich te
nemen om voor eeuwig bij Hem te zijn. Zijn Koningschap zal voor eeuwig zijn.
​
5. In de Heilige Geest, die uitgaat van de Vader en de Zoon.
5.1. De doop in de Heilige Geest met de tekenen die daarop volgen, die beloofd is aan een ieder die gelooft en wedergeboren is.

5.2. De vrucht van de Heilige Geest, die iedereen die in Jezus Christus gelooft, zal voortbrengen (Gal. 5:22).
5.3. De gaven van de Heilige Geest, die tot opbouw van de gemeente gegeven zijn
(1 Kor. 12-14).
5.4. De bedieningen, gegeven aan de gemeente, om binnen het algemeen priesterschap van de gelovigen, de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon en tot opbouw van het lichaam van Christus (1 Kor. 12:28; Ef. 4:11).
​
6. In de opstanding van de doden en het bewust eeuwig bestaan na de dood.

6.1. De gelukzaligheid van alle ware gelovigen.

6.2. De straf voor allen die Christus verwerpen.
​
7. In de volgende instellingen die Christus heeft gewild:

7.1. De waterdoop door onderdompeling na bekering en belijdenis van het geloof, in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.

7.2. Het avondmaal met de tekenen van brood en wijn als nagedachtenis aan de dood van Christus in afwachting van zijn wederkomst, en als gemeenschapsmaal voor de gelovigen.